Boekbespreking Pijnlijke verrijking
Door Timo van Kempen
Ruim 25 jaar werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg
In het boek Pijnlijke Verrijking van Fedia Jacobs voert psychiater Samuel Rubinstein – het alter ego van de schrijver – gesprekken met slachtoffers van geweld. Onder andere met een zoon van een joodse kampoverlevende, een oorlogsveteraan, een dochter van een politiek vluchteling en iemand die als kind verzeild raakte in oorlogsgeweld.
De impact van oorlogsgeweld
‘Man made disaster’ (de term spreekt hier voor zich) is helaas van alle tijden. Geweld van mensen onderling trekt diepe sporen door de geschiedenis en werpt voor veel mensen vaak ook diepe schaduwen vooruit. Het kan ernstige en langdurige psychische klachten veroorzaken. In Pijnlijke verrijking geeft Rubinstein zicht op zijn werk met mensen uit de eerste en tweede generatie oorlogsgetroffenen. Hij voert gesprekken, neemt mensen mee in geleide fantasieën, grondingsoefeningen en regressies. Succes in de vorm van snel of volledig herstel is daarbij niet verzekerd. Maar in de meeste gevallen leren Rubinsteins cliënten zich wel anders te gaan verhouden tot het verleden, waarmee zich nieuwe paden naar de toekomst openen.
Spanningsvol
Met name Marcel – de zoon van een joodse kampoverlevende – en diens familie volgen we intensief en over langere periode. We lezen hoe hij weer liefde leert te ervaren door de spanningsvolle verbindingen binnen zijn familie heen en ondanks het verleden. Als Marcel na het laatste consult weer over straat loopt, schijnt de zon. Helaas is oorlogsveteraan Scheepstra met een ander lot behept. Nadat we getuige waren van een aantal sessies met hem, volgt een kort hoofdstuk met als titel ‘Autonome keuze’. Een titel die boekdelen spreekt.
Hoopvol
Ook de titel ‘Pijnlijke verrijking’ zelf spreekt boekdelen. Want ondanks de zwaarte van het onderwerp, is het een hoopvol en hoopgevend boek. Het is dan ook interessant om een verder kijkje achter de schermen van Rubinsteins spreekkamer te kijken.
Want ofschoon Samuel Rubinstein zich als de schrijver van het voorwoord en regisseur in de spreekkamer presenteert, blijkt deze persoon in werkelijkheid een alter ego van de joodse psychiater Fedia Jacobs te zijn. Op zijn naam staan zowel het auteurschap, de inleiding en het dankwoord aan van het boek.
Het alter ego
Het is in deze boekbespreking nadrukkelijk niet de opzet om de personen Jacobs en Rubinstein van elkaar te onderscheiden. Enerzijds is dat niet functioneel, anderzijds is het ook niet mogelijk. Want hoe dan ook weet zowel de geïnteresseerde lezer als de geoefende werknemer in de geestelijke gezondheidszorg na het lezen van het voorwoord (door Jacobs) en inleiding (door Rubinstein) direct dat hier een professional aan het woord is aan wie we ons kunnen spiegelen en van wie we kunnen leren.
Heilige huisjes
Want in Pijnlijke verrijking schopt Jacobs op z’n minst twee heilige huisjes omver. Tevens legt hij het fundament voor een bouwwerk dat de contouren schetst van wat als zijn beroepsmatige levenswerk kan worden gezien.
Uit de ivoren toren
Het eerste heilige huisje sneuvelt al direct in de inleiding waarin Jacobs vertelt over een uiterst pijnlijke situatie uit zijn persoonlijke leven. Met het aanhalen hiervan kruipt hij onmiddellijk uit de ivoren toren die de gevestigde psychiatrie vaak lijkt te zijn. In Pijnlijke verrijking is allereerst een mens aan het woord die laat kennen dat hij vanuit persoonlijke inspiratie en ambitie handelt. Die ambitie blijkt geen carrièredrang maar het herstellen van verbindingen tussen mensen wanneer die geschaad zijn. Het herstellen van verbindingen vraagt van de therapeut dat die zich naast zijn rol als bekwame professional, ook kwetsbaar durft op te stellen en uit de ivoren toren komt.
Betekenisvolle menselijke verhoudingen
Het tweede heilige huisje dat sneuvelt, is dat lijden niet iets is dat ten allen tijde dient te worden gezien en bestreden als iets ‘kwaads’ maar een betekenisvolle plek kan worden toebedeeld in iemands levensverhaal.
Hoewel ik geweld helaas niet kan voorkomen, weiger ik het te accepteren. Ik wil als psychiater een bijdrage leveren aan een oplossing voor de gevolgen van oorlog en geweld. Zodat mensen een kwalitatief aanvaardbaar bestaan hebben, ondanks alle ellende die hen is overkomen.
En zo handelt Jacobs niet in ‘geluk’ maar brengt hij de contouren van de (klinische) psychiatrie en diagnostiek terug naar de maat van betekenisvolle menselijke verhoudingen.
Reflecties
De levensverhalen van de zes patiënten in Pijnlijke verrijking worden onderbroken door korte reflecties. Soms zijn dat de professionele kaders en overwegingen van de psychiater, soms de persoonlijke ervaringen van de mens achter de therapeut. Twee aparte hoofdstukken van het boek zijn gewijd aan twee grote congressen waar hij als spreker optreedt. Het eerste congres vindt plaats in 1993 voor het Genootschap voor de Joodse Wetenschap. Het hoofdstuk is getiteld ‘Thuiswedstrijd’ en het lijkt erop dat Jacobs de arena na afloop met grote achterstand verlaat.
Kritiek
Jacobs wordt fel aangevallen op zijn visie door onder andere oorlogsgetroffenen. Jacobs ervaart sommige uitspraken van aanwezigen als ‘een klap in zijn gezicht’. Jaren later, tijdens een wetenschapsconferentie, lijkt dit zich te herhalen. Opnieuw wordt er ‘grof geschut’ tegen hem ingezet na zijn inleiding, ditmaal door een collega psychiater. Dan worden we getuige van een lang pleidooi van de auteur waarin hij zijn visie uitgebreid toelicht. Daarmee laat hij het fundament van zijn professionele levenswerk met ferme kracht dieper landen in de aarde. En waar we er bij de eerste lezing getuige van waren dat Jacobs leek te wankelen bij zoveel kritiek, zien we nu dat hij na zoveel jaren heeft geleerd steviger te staan voor zijn visie en behandelmodel. Zo volgen we in het boek niet alleen verhalen van de cliënten maar lopen we ook een stuk mee op de persoonlijke weg van de auteur.
Behandelmodel
Naast alle casuïstiek wordt het behandelmodel van Jacobs schematisch gepresenteerd in Pijnlijke verrijking. Kortweg komt het erop neer dat er in de gesprekken met patiënten verschillende decors worden aangebracht in de menselijke interactie: het ‘daar-en-toen’, het ‘daar-en-nu-‘en het ‘hier-en-nu’. Zowel patiënt als hulpverleners kunnen zich afwisselend op verschillende posities bevinden. Vaak is de patiënt zich hier niet van bewust. Het is de rol van de therapeut om de decors bewust te zijn, doordacht en doelgericht positie te wisselen en de patiënt te ondersteunen zich hiervan bewust te worden en met hem mee te bewegen.
Het inhalen van de emotionele ontwikkeling
Waar tijdens het ontstaan van een trauma de emotionele beleving ondergeschikt was aan fysiek overleven, ontstaat zo een proces waarin de emotionele beleving mogelijk wordt en vervolgens kan worden gewerkt aan achterstallig werk in de emotionele ontwikkeling. Hierdoor kan een patiënt kiezen voor het aangaan van betekenisvolle menselijke relaties die gevoed worden door vertrouwen en verbinding in plaats van verhoudingen die reactief ontstonden door verlies en door het ‘geperverteerde tussenmenselijk schema dat daders van man made disaster hun slachtoffers opleggen’.
Titelverklaring
Hiermee zijn we bij de titel van het boek beland: het geweld en de gevolgen ervan zijn de pijnlijkheid, de gebleken mogelijkheid om desondanks liefdevolle verbindingen aan te kunnen gaan, is de mogelijkheid tot verrijking. In de schematische weergave van dit proces valt klinisch-psychiatrisch gezien op dat de cognitieve ontwikkeling niet expliciet is opgenomen in de decors. Maar als we het verhaal van Marcel volgen, blijkt dat Rubinstein doelgericht met bijvoorbeeld rescripting werkt, een therapeutische interventie die bij uitstek aanspraak maakt op iemands cognitieve ontwikkeling. Als we kijken naar het Engelse gezegde ‘The proof is in the eating of the pudding’, doorstaat Jacobs model de toetssteen der kritiek. Waarbij wel moet worden aangetekend dat, gezien het verhaal van veteraan Scheepstra, niet alle behandelingen slagen. Zowel nabestaanden als de auteur zijn zich hier pijnlijk van bewust.
Levensbeschouwelijk
De lezer die Pijnlijke verrijking ook vanuit levensbeschouwelijk perspectief beziet, zal onvermijdelijk in het oog springen dat het boek opent en eindigt met twee korte citaten uit ‘de bijbel’. Ook vanuit dit perspectief is Pijnlijke verrijking bijzonder hoopvol. Het werk is doorvlochten met Rachamim (mededogen) en andere thema’s uit de joodse spiritualiteit. Ook vanuit deze betekenislaag bezien spreekt Jacobs werk boekdelen.