What’s in a name?
De tweede blog van Timo van Kempen over verschillende ademhalingstechnieken. De afgelopen jaren zijn tal van boeken, ook via Mooigeschreven, onder de aandacht gekomen. In de eerste blog kwam onder andere de ‘koude training’ van Ice Man Wim Hof aan bod en besloot de auteur koud te gaan douchen. Hoe is dat bevallen?
Kien op kou
Koud douchen is een van mijn vaste dagelijkse gewoonten geworden. Het bevalt prima. Als ik de warme kraan op gegeven moment niet uitdraai onder de douche, dan mis ik na het douchen de sensatie van het koude water op mijn huid. En ook het diepe doorademen dat ontstaat door het effect op mijn middenrif en ademhaling. Geïnspireerd door onder andere de hoofdredactie van Mooigeschreven en het boek ‘Koud kunstje’ van Koen de Jong en Wim Hof, stond ik afgelopen maanden dagelijks langdurig onder het koude water. Dat doe ik graag, ook al begint het na de warme zomerperiode inmiddels buiten ook aardig fris te worden. Toegegeven: op dagen waarop ik ’s morgen rond 5 uur uit mijn warme bed stap en mijn ochtenddouche neem, is er nog wel eens een moment waarop ik me nog even moet schrap zetten. Daar tegenover staat weer, dat ik regelmatig overdag besluit voor een tweede of derde keer koud te gaan douchen vanwege het louterende effect. Ik voel me dan daarna fris en vitaal. Maar ben me over de gehele linie niet een heel ander mens gaan voelen hoor.
Koude wijn in nieuwe zakken?
Dat ik het lekker (en opfrissend) vind, hoeft strikt genomen nog niet te betekenen dat het ook écht goed voor me is. Toch denk ik dat dit wel het geval is. Bij het schrijven van deze blogs, wil ik nadrukkelijk niet betrachten de wijsheid of kennis in pacht te hebben. Ik durf er echter wel íets over te zeggen aangezien ik vele jaren ervaring heb met ultralopen en de combinatie hiervan met uiteenlopende technieken op het gebied van meditatie, lichaamshouding en ademhaling. En met koud douchen dus. Dat deed ik vroeger ook vaak. Gewoon spontaan en zonder ‘challenge’.
Een rondgang door de vele en uitgebreide publicaties over de Wim Hof methode, laat zien dat er voorstanders en tegenstanders zijn van de ‘claim’ die door Hof op de methode wordt gelegd dat het de gezondheid en prestaties ten goede komt. Uiteindelijk lijkt er overtuigend bewijs te zijn dat het niet zozeer de koude is die positieve resultaten oplevert maar dat het met name gaat om het sturen van de ademhaling zoals Hof dat doet. En die techniek blijkt terug te gaan op eeuwenoude methoden uit de oosterse ‘tummo’ traditie zoals die bijvoorbeeld binnen bepaalde boeddhistische tradities wordt beoefend. Bepaalde technieken blijken overigens niet geheel zonder risico. Dat lees je al in de esoterische literatuur van verschillende ‘oude’ tradities.
Is het goed?
Persoonlijk ben ik er groot voorstander van wanneer mensen iets aangaan met passie, discipline en volharding. Het levert soms grote resultaten op. Het werk van ‘ademhalingsman’ Buteyko en van ‘ijsman’ Wim Hof kwam tot stand met doorzettingsvermogen en inspiratie. De wetenschappelijke claims die er vervolgens aan worden toegedicht als het gaat om de gezondheidseffecten, zijn wat mij betreft echter op z’n minst even onnodig als arbitrair. Op internet kom je hele polemieken tegen waarbij voor- en tegenstanders over elkaar heen vallen. Overigens is dat ook het geval bij ‘Chi Running’. Daarover schrijf ik meer in het laatste deel van deze serie blogs.
Hoe zit dat nou?
Hoe dat nou precies zit met de Hof Methode, is nogal een technisch verhaal. De auteurs van Koud Kunstje doen een goede poging het inzichtelijk te maken. Belangrijke vraag is echter, waarom wij zo’n enorme behoefte hebben aan ‘bewijs’. Dat zou ermee te maken kunnen hebben dat we in onze cultuur en maatschappij door de eeuwen heen steeds verder verwijderd zijn geraakt van, zoals ik het ervaar, heel normale en basale kennis en vaardigheden.
Wat mij betreft is het helemaal niet zo nodig om het bestaansrecht van bepaalde technieken wetenschappelijk te bewijzen. Ik vraag me wel eens af waar die behoefte vandaan komt en wat de gevolgen ervan zijn. Want een andere vraag is waarom er vaak zo’n grote claim op wordt gelegd door verschillende auteurs als het gaat over de resultaten van het een of het ander. Dan is het ineens altijd en voor iedereen goed. En presteer je er ook beter door. Dus komt er ineens westers effectbejag bij kijken. Terwijl beter presteren en het behalen van doelen nu juist vaak ten diepste en ten principiële niet de bedoeling is van bepaalde technieken die al tientallen eeuwen worden beoefend. Laat staan dat je er een andere of nieuwe naam aangeeft en er een erretje achter plakt.
Zo oud als de mensheid
Bewust bezig zijn met ademhaling en lichaamshouding en deze waar gewenst of nodig actief (bij)sturen, is heel natuurlijk. Het behoort tot ons basale gedragsrepertoire. Daar hoeft op zich geen wetenschappelijke bewijsvoering over de ‘grote resultaten’ bij worden geleverd. Als je kijkt naar de vele ‘oude’ of ‘oosterse‘ tradities, dan zie je dat die technieken daar wat meer gevestigd en bestendigd zijn.
Dit neemt niet weg dat ik invalshoeken als die van Wim Hof, Sportrusten en Chi Running uit eigen ervaring zeker wil onderschrijven. En bij de combinatie ervan is een plus een absoluut (veel) meer dan twee. Google maar eens op ‘shaolin munk in snow’ en klik maar eens een tijdje gericht door. Wellicht gaat er dan een wereld voor je open die bij wijze van spreken zo oud is als de mensheid zelf.
What’s in a name?
Enorm knap vind ik het artikel van Koen de Jong op zijn Sportrusten website. Hij maakt daar een kundig vergelijk van 7 verschillende ademhalingsstechnieken. Aan het eind beschrijft De Jong de, wat hij noemt, ‘Anapana-meditatie van Goenka’. De Jong: ‘Er zijn natuurlijk nog duizenden ademhalingsoefeningen. Van alle oefeningen van yoga en meditatie wil ik er één uitlichten waar ik zelf al jarenlang mee werk en waar ik dagelijks plezier van heb: anapana-meditatie. De instructie is simpel: observeer je ademhaling. (…) Als voornaam effect, stelt De Jong dat ‘het op lange termijn helpt om niets te doen, maar enkel te observeren’.
Chapeau. Want met deze constatering verdwijnen claims op effecten, prestaties en wetenschappelijke pretenties in de koelkast. Daar horen ze wat mij betreft ook thuis. Enige bescheidenheid bij het (commercieel) toepassen op eeuwenoude technieken, is wat mij betreft gepast. Zo vindt het zelfs discutabel dat er een naam, in dit geval Goenka, op deze techniek wordt geplakt die in tal van tradities en culturen voorkomt.
Wordt vervolgd
In de derde en laatste blog, kom ik met een, op eigen ervaring gestoelde, hypothese over de werkzaamheid van het koude douchen. Ook ga ik dan uitgebreid in op het fenomeen ‘chi-running’ en het recente boek Zuurstofwinst. En dan is het nu tijd voor mijn dagelijkse rondje hardlopen met een koude douche als traktatie na afloop.