Recensie Als de tijd voor altijd stil zou staan
Door Marieke Kops
Tijdens een bezoekje aan de bibliotheek, op zoek naar leesvoer voor de vakantie, viel mijn oog op Als de tijd voor altijd stil zou staan van Ivan Wolffers. Ik kende de schrijver al van Het gezonde lifestyleboek. De verzameling columns uit het boek Als de tijd voor altijd stil zou staan is niet typisch het non-fictie genre waar ik normaal over schrijf op Mooigeschreven.nl. Maar voor dit persoonlijke en innemende boek, dat ik eerder onder de literatuur zou scharen, maak ik graag een uitzondering.
Leven met prostaatkanker
Al meer dan tien jaar leeft Ivan Wolffers (1948) met de diagnose prostaatkanker. In zijn loopbaan als arts, schrijver en hoogleraar gezondheid en cultuur, is hij voortdurende met de begrippen ziekte en gezondheid in de weer. Op het moment dat hij zelf een medische diagnose krijgt, maakt hij kennis met de medische wereld in de rol van patiënt. En dan blijken er ook voor een wetenschappelijk zeer goed ingelezen hoogleraar nog veel lastige keuzes te zijn.
De behandelingen
Ivan Wolffers stelt zich kwetsbaar op, hij schrijft openhartig over zijn vertwijfeling, de terugkerende onzekerheid over het effect van de behandelingen en de impact ervan op zijn functioneren, lustgevoelens en stemming.
Besef van tijdelijkheid
Door de diagnose kanker ontstaat er bij de schrijver ook het besef van tijdelijkheid. En dat geeft hem een andere kijk op alle facetten van het leven, van de alledaagse dingen tot de meer abstracte gevoelens over liefde en zingeving.
Voorland
De aan bed gekluisterde schoonvader van Ivan Wolffers heeft ook prostaatkanker en is daarmee het confronterende voorland van de schrijver. In zijn schoonvader ziet hij de realiteit van het mogelijke verloop van een ziekte als kanker; de cyclus van het steeds moeten bijstellen van het perspectief van wat nog mogelijk is. Of in zijn eigen woorden: ‘Je kunt een boom in de herfst niet dwingen zijn bladeren vast te houden’.
Kanker in de media
Treffend geschreven zijn de stukjes over het clichématige beeld dat de media, evenals films en romans, schetsen rondom de ziekte kanker. Ook de kleindochter van Ivan Wolffers vraagt zich hardop af waarom opa geen kaal hoofd heeft, hij heeft toch kanker?
Het is, denk ik, ook allemaal de schuld van het woord ‘kanker’, want zodra dat valt is de deksel van de doos van Pandora. De opstandige prostaatcellen zelf vormen echter minder een probleem dan de buzz die eromheen komt. (…)
Als je er luchtig mee omgaat, lijk je al snel naïef en in de ontkennende fase. We leven op een podium waar we samen het drama van het leven spelen. Kanker, dat is chemotherapie, pijn, lijden, doodgaan en huilende familieleden. Kom op, doe mee en hou je aan je rol. Maar ik heb helemaal geen zin in dat theaterstuk.
(Als de tijd voor altijd stil zou staan pagina 175)
Conclusie
Het boek Als de tijd voor altijd stil zou staan gaat niet zozeer over ziek zijn, maar vooral over de liefde voor het leven. De columns zijn uit leven gegrepen verhalen, ervaringen en beschouwingen. Dat deze zo mooi door Ivan Wolffers zijn verwoord maakt het boek eerder een literair pareltje dan ‘slechts’ een bundeling van columns. Het boek is niet alleen een aanrader voor mannen met prostaatkanker (en hun partners!), maar ook voor de liefhebbers van een goed boek over de lessen van het leven.